Het Noordzeegermaans als afsplitsing van het Westgermaans is globaal productief geweest vanaf de 6e tot de 9e eeuw.
Het werd gesproken aan de kusten van Holland en Vlaanderen en de zuidoostkust van Engeland. Na de Romeinse tijd kwam er een levendige handel op gang tussen de kusten van de lage landen
en zuidoost Engeland ook al vanwege de aanwezigheid van Angelen en Saksen in Engeland na de grote volksverhuizing. Deze handel werd voornamelijk door de Friezen gedomineerd, reden
waarom de Noordzee destijds zelfs Mare Frisicum genoemd werd.
Het Noordzeegermaans bevatte onder andere invloeden vanuit het Keltisch, oud Nederfrankisch, Fries, Saksisch, Jutish en Chaukisch. Waarbij aangetekend dient te worden dat de proto-Friezen
tussen 600-300 voor Christus gedeeltelijk gegermaniseerd zijn geworden.
De goederenlijst van St. Maarten is een lijst van bezittingen in de kustgebieden van het huidige Zuid en Noord-Holland, en dus van inkomsten voor de bisschop van Utrecht, in principe
aangelegd tussen 777 en 856. Vanaf 885 is dit gebied echter door de latere graven van Holland overgenomen en dat betekende een behoorlijke inkomstenderving voor de bisschop.
De bisschop probeerde via een lijst van voormalige bezittingen zijn aanspraken op onze gebieden bij de Duitse koning (zijn leenheer) kracht bij te zetten, de goederenlijst. Deze lijst
is dus aangelegd ten tijden van het Noordzeegermaans, waardoor de plaatsnamen in de landstaal zijn weergegeven, en die lijst derhalve een heel belangrijk document is.
Maandag 10 maart 2025 – 19:30 uur
Inloop: vanaf 19:00 uur
Locatie: Dorpsmuseum, Zeestraat 3A
Prijs: € 5,-, voor donateurs van NoVaTo: € 2,-
Reserveren is niet nodig.