Noordwijkerhout zoals het was (8). Vers van Bert Verschoor
Geïnspireerd door de oude foto's van Noordwijkerhout heeft de toenmalige dorpspoëet Bert Verschoor, die zich in 1904 in Noordwijkerhout gevestigd heeft, een vers gemaakt. Dit vers,
door de heer Bert Verschoor gezongen tijdens het diner na afloop van de autotocht der Ouden van Dagen in de zaal van de gebr. Brama, vindt u hieronder.
Wat is er veel veranderd in ons mooi Noordwijkerhout
In die afgelopen 50 jaren
Waar vroeger bos en duin was, worden nu huizen gebouwd
De reden daarvoor is wel te verklaren
Ik denk met weemoed aan ons mooie sparrenbos
De Boekhorst met zijn bomen en dat zachte groene mos
Waar je zo heerlijk kon wandelen die mooie laan
Beschenen door de zon of de zachte glans der maan
Maar de Boekhorst is verdwenen, de zaag ging er doorheen
En een mooi stuk natuur had afgedaan.
Midden in ons dorp was ook nog een oude Baan
Waar nu de Boerenleenbank is verrezen
Waar jarenlang hotel het Rechthuis heeft gestaan
Waar de studenten en de rijkdom wilden wezen
Wat was het daar niet prachtig onder die bomen en dat groen
En menigeen van jelui kreeg daar de eerste zoen
En wou je trouwen, kon je daarboven ook terecht
Velen van u zijn daar verbonden in de echt
Maar ook dat is afgedaan, de Baan is van de baan
Je kan er nu je centen brengen gaan.
Een prachtig punt, dat hoorde hier nog zeker thuis
De trots van ons dorp en omgeving
Ik bedoel de driesprong en het oude Jagershuis
Vooral in het voorjaar, als alles mooi in bloei sting
En vergeet vooral dan niet ons mooie Leeuwenhorst
Een kasteel geschikt voor miljonair of vorst
Maar ook dat moest verdwijnen gaan
Alleen de plek is over waar het heeft gestaan
Wij kunnen er nu wel om treuren
Dat dat nou moest gebeuren
Maar groot Leeuwenhorst is toch maar van de baan.
Wat nu de Nieuwe Duinstraat is, was vroeger bos en duin
En Hensies slootje liep er dwars door henen
Daar staan nu huizen met een voor- en achtertuin
Ook St. Antoniushof is daar verschenen
Aan het einde van ons dorp had je ook de Petrus-laan
Waar ’s-avonds de paartjes wandelden in de lichte maan
En dan de Schapekom en het oude Hardepad
Wat elk op zichzelf zijn geheimen had
Waar je van elkaar ging houden, zijn ze nu aan ‘t huizen bouwen
Het is allemaal verdwenen, dus ook dat.
Ik heb u laten horen, zoals het vroeger was
Wat ik wist, heb ik in dit lied beschreven
Ik hoop dat u het aardig vindt, dan ben ik ook nog in mijn sas
En dankbaar, dat ik dat weer mocht beleven
Eén ding vertel ik nog, u weet er al wat van
Dat ook ons comité nog heel wat is van plan
Een mooi tehuis voor ons te doen ontstaan
De eerste stappen hebben zij al reeds gedaan
Ik hoop dat u zal slagen voor een tehuis voor Ouden van Dagen
Dan hoeven wij niet langer op de steeg te blijven staan.